Er zijn verschillende oorzaken voor het vermageren van paarden. Het is belangrijk een goed stappenplan te volgen om de oorsprong van het probleem te achterhalen.
Een eerste vraag die gesteld moet worden is of het paard voldoende voeding kan opnemen. Als het paard in een kudde staat en steeds wordt weggejaagd, kan dit reeds voor vermagering zorgen. Een paard van 500 kilo moet zeker 9 kilo hooi kunnen eten, liefst zelfs meer als ze magerder zijn. Als men er zeker van is dat het paard voldoende voeder kan opnemen, moet er verder onderzoek worden uitgevoerd door de dierenarts.
De dierenarts zal het paard eerst klinisch onderzoeken om na te gaan of het paard eerder algemeen mager is of voornamelijk zijn spiermassa aan het afbreken is. Bij bepaalde aandoeningen zoals cushing zal er eerder spier worden afgebroken en wordt het vet herverdeeld op de schouders en in de buik. Hierdoor wordt er een magere bovenlijn gezien. Bij andere paarden kan er ook spierverlies worden vastgesteld ten gevolge van een vitamine E of seleniumtekort.
De volgende stap in het onderzoek is voornamelijk een bloed en een mondonderzoek.
Volgende zaken kunnen in het bloedonderzoek worden nagegaan:
- Aanwezigheid zware worminfectie
- Functie lever
- Functie nieren
- Cushing waarde
- Vitamine E en selenium gehalte
- Chronische ontstekingsprocessen
Een mondonderzoek is steeds heel belangrijk bij paarden die vermageren. Ten gevolge van pijnlijke aandoeningen zoals EOTRH (zie verdere post) en losse kiezen zal het paard minder eten en dus vermageren. Daarnaast kan het ook zijn dat het de harde structuur van de tanden weg is. Hierdoor kan het paard zijn voeding niet goed opnemen en hier dus ook geen energie uit opnemen.
Een bloedonderzoek en een mondonderzoek zijn de eerste stappen in dit proces. Op basis hiervan kan er vaak reeds een diagnose en behandelingsplan worden opgesteld. Indien beide onderzoeken volledig normaal zijn, moet er toch verder onderzoek worden uitgevoerd zoals een absorptietest en een gastroscopie.
Reactie plaatsen
Reacties